Introductie: SMART
In deze module ga je in elke les een doel stellen.
Als je een doel stelt wil je iets bereiken! Je moet hiervoor wel een doel stellen dat te halen is.
Hiervoor gebruiken we de SMART methode.
Bekijk de video om te zien wat SMART betekent.
Specifiek
Maak je doel specifiek.
Een voorbeeld: 'Ik wil gezonder leven' is heel algemeen en niet specifiek. In plaats daarvan kun je beter zeggen: 'Ik wil 2x per week sporten.'
Meetbaar
Meetbaar betekent dat jouw resultaat zichtbaar moet zijn.
Je kunt iets meetbaar maken door het in getallen uit te drukken bijvoorbeeld: Het doel is twee keer per week te sporten
Maar je kunt een doel ook meetbaar maken door uit te leggen wat je oude gedrag was en wat nu je nieuwe gedrag is.
Bijvoorbeeld: Eerst ging ik 1x per week sporten en nu sport ik 2x per week.
Acceptabel of aantrekkelijk
Acceptabel is best een moeilijk woord, maar we bedoelen ermee dat je er echt mee instemt.
Dus als je een doel zet moet je er echt voor gaan en gemotiveerd zijn om dit doel te halen.
Realistisch
Een doel moet realistisch zijn. Als je nog nooit hebt getraind voor de marathon en je roept dat jouw doel is de marathon van New York volgend jaar te winnen dan is dat niet realistisch.
De kans is nagenoeg 0% dat je dat doel gaat halen.
Een realistisch doel in dit geval is: "Aankomend jaar ga ik meedoen met een hardloopwedstrijd van 5 KM die ik onder de 25 min ga lopen."
Tijd
Een doel moet binnen een bepaalde tijd gerealiseerd worden. Anders blijf je bezig.
Je kunt bij het noemen van een doel een tijd noemen: Binnen één maand of na 3 weken.